In november worden de dagen korter, het licht verdwijnt. Donkerte en leegte kunnen ons overvallen.
In de christelijke traditie is de maand november ook een periode van stilstaan bij de dood, bij de wetenschap dat wij allemaal sterfelijke mensen zijn. Hoe leven wij ons leven in het besef van onze vergankelijkheid?

Een spannend onderwerp, omdat het raakt aan verlieservaringen waaraan niemand – vroeger of later in zijn leven – ontkomt. Kwetsbaar ook, omdat sterven een wirwar aan gevoelens en emoties oproept: van verdriet en boosheid, van eenzaamheid en dankbaarheid, van verlangen en leegte.

Hoe beleven we dat, ook met elkaar als geloofsgemeenschap? Welk licht laat de Eeuwige op onze omgang met de dood en het leven schijnen? Wat zegt de Bijbel over rouw en verlies, over vergankelijkheid, over leven in het licht van de dood, over leven na de dood?

In november staat dit thema centraal in de vieringen van de EUG in de Janskerk, Utrecht. De vieringen zijn onderdeel van een groter project: Doodgewoon, naar het (kinder)boek van Bette Westera, oud-lid van het Janskoor. In dit prachtig vormgegeven boek staan gedichten over verlies, rouw en dood. Iedere week zal er een illustratie getoond worden en een lied uit het boek klinken.